Dit probleem treedt typisch op bij lopen: het gaat om een wrijvingsletsel aan de buitenzijde van de knie. Een andere naam is ITB-frictiesyndroom.
De iliotibiale band of ITB is een dik peesblad dat loopt vanaf de heup, langs de buitenzijde van de dij en de knie, tot aan het onderbeen.
De belangrijkste functie van deze band is stabiliteit geven aan de knie. Bij plooien en strekken van de knie glijdt deze band over de
laterale epicondyl, een prominente
structuur aan de buitenzijde van de knie. Als de frictie hierbij te groot wordt, kan inspanningsgebonden pijn optreden.
Anatomische factoren kunnen bijdragen tot het ontwikkelen van een runner’s knee: asafwijking van de onderste ledematen, beenlengteverschil of afwijkende voetafrol.
Runner’s knee geeft typische pijn aan de buitenzijde van de knie, na bepaalde loopafstand. Initieel kan er ook pijn zijn ná het lopen en voornamelijk bij het afkomen van de trap.
De diagnose wordt in de eerste plaats gesteld door de patiënt klinisch te onderzoeken. Om andere oorzaken van laterale kniepijn uit te sluiten kan een MRI-scan aangevraagd worden.
De hoeksteen van de behandeling is de analyse van het looppatroon: kleine afwijkingen kunnen opgevangen worden met aangepast schoeisel en eventueel steunzolen.
Voor een loopanalyse kunt u terecht bij een
fysische geneesheer of een
podoloog.
Een kinesist leert specifieke oefeningen aan om een betere balans te ontwikkelen: enerzijds stretch van de ITB, anderzijds spierversterkende oefeningen van de heupabductoren.
In een hardnekkige runner’s knee kan een ingreep overwogen worden, in dagziekenhuis. Va een kleine incisie word de spanning op de probleemzone weggenomen: hierdoor kan de ITB zonder frictie glijden over de laterale condyl.